Door Wim Dröge
Het verhaal van Delfts aardewerk begint niet met aarde en klei, maar met bier. In Delft waren in de zestiende eeuw veel brouwerijen gevestigd. Nadat de handelsrelaties met Vlaanderen, Brabant en Noord-Frankrijk als gevolg van politieke omstandigheden verslechterden, verloren zij de concurrentieslag met Rotterdam en sloten de brouwerijen hun deuren.
Aan het einde van de zestiende eeuw vestigden meerdere pottenbakkers zich in Delft. Zij betrokken de verlaten brouwerijen aan de grachten. Deze omgeving bleek bijzonder handig te zijn voor de pottenbakkers. Het water was een belangrijke bron voor het bewerken van de klei en geschikt voor het transport van grondstoffen en objecten.
Delfts aardewerk
Met de productie van Delfts aardewerk groeide de keramiekindustrie in de tweede helft van de zeventiende eeuw enorm. In 1640 waren er elf fabrieken met gemiddeld vijftien schilders en bedienden. In 1670 was het aantal fabrieken gegroeid tot achtentwintig met zo’n zestig werknemers per fabriek.
Aan het begin van de zeventiende eeuw komen de eerste VOC-ladingen Aziatisch porselein aan in Middelburg en Amsterdam. In Nederland wordt het Chinese porselein in korte tijd ongekend populair onder de bourgeoisie en de elite. Er is meer vraag dan aanbod en Delfts aardewerk ontpopt zich als alternatief voor het porselein uit China. Het groeit uit tot een begerenswaardig product voor rijke koopmannen, regenten en vorstenhuizen. Tulpen- en tuinvazen worden besteld door Koning Stadhouder Willem III en zijn vrouw Mary Stuart en vinden hun weg naar onder meer Paleis Het Loo en Kensington Palace.
Bijzonder bord
In de collectie van Huis Landfort bevindt zich een bijzondere bruikleen: een bord van een servies besteld door een ander vorstenhuis. Koning Frederik I van Pruisen (1657 – 1713) was onder de indruk van het Delfts aardewerk en bestelde tussen 1700 en 1705 een uitgebreid servies bij plateelbakkerij (aardewerkfabriek) De Griekse A.
De naam van de Pruisische koning Fredericus Rex (FR), is geheel tot ornament verwerkt. In het midden bevindt zich een dubbel gekroonde adelaar. Om het medaillon met het wapen is een lauwerkrans met een blauwe band opgenomen. Verder zijn de letters FR zo’n honderd maal in het decor verwerkt. Een verbluffend staaltje van techniek en vakmanschap. Er zijn slechts weinig stukken van dit servies in omloop. Er bevinden zich enkele stukken in het Kunstmuseum en Rijksmuseum, en nu dus ook op Huis Landfort.
