De Slingeneyer kamer in Huis Landfort


Door toedoen van John Töpfer van Adel in Nederland kwamen wij in contact met Rien van den Hoorn, de schilderijenrestaurateur die jaren geleden een monumentaal doek verworven heeft afkomstig uit kasteel Enghuizen te Hummelo. Dat huis ging tijdens de Tweede Wereldoorlog bij een bombardement jammerlijk ten onder. Dit doek overleefde elders het oorlogsgeweld maar verloor wel een aanzienlijk deel van zijn voorstelling. Van Hoorn werkte jarenlang aan het zo nauwkeurig mogelijke herstel en zocht na het afronden van de restauratie een geschikte plek. Door bemiddeling van John Töpfer kwam hij in gesprek met onze stichting. Wij hadden interesse vanwege de herkomst van dit doek uit Enghuizen, de stichting verwierf het voor een zeer redelijke prijs en het hangt nu te pronk in een vertrek, dat zelfs naar de schilder van het doek is vernoemd.

In 1857 presenteert de Vlaamse schilder Ernest Slingeneyer (1820-1894) op de salon in Brussel het olieverfschilderij ‘Het heldenfeit van de zeelieden van het Fransche schip Le Feu’. Het heeft een afmeting van 2,93 x 3,70 meter. Ernest Slingeneyer was halverwege de negentiende eeuw een van de meest succesvolle schilders in Vlaanderen, hij schilderde voor koningshuizen in België, Nederland en Portugal. Zijn oeuvre beslaat ruim 400 middelgrote werken en circa 70 grote doeken. Het doek toont een dramatisch tafereel van vijf Franse schipbreukelingen op een vlot, die worden aangevallen door een sloep met Engelse zeelui. Eén van de Fransen is al dood, een ander springt met de nationale vlag in zee, omdat hij liever sterft dan met de Franse driekleur in handen van de Britten te vallen. Een derde drenkeling steekt met een lans naar zijn belagers.
Het schilderij wordt gekocht door Hendrik, baron van Heeckeren van Enghuysen die het ophangt op een prominente plek in de trapzaal van zijn landhuis Enghuizen te Hummelo. Marguerite van Heeckeren van Enghuysen verkoopt rond 1930 het schilderij aan een metaalhandelaar uit Den Haag, die het in de oorlog opvouwt tot theedoekformaat om het zo uit de handen van de Duitse bezetters te houden. Na de oorlog wordt het schilderij ook nog opgerold en het belandt op een zolder. In een erbarmelijke staat komt het uiteindelijk terecht bij de schilderijenrestaurator Rien van den Hoorn. Dankzij zijn inspanning en expertise krijgt het schilderij in een zeven jaar durende restauratie zijn oorspronkelijke voorstelling terug.
Inlijster (encadreur) Frank Gal uit Etten wordt gevraagd een lijst te maken. Naast het nodige smeedwerk voor het ophangen en ondersteunen van dit schilderij is voor de lijst het hout benut van een volledige ayousboom. Dit is een snel groeiende tropische houtsoort uit Afrika.

Landgoed Enghuizen heeft de Tweede Wereldoorlog helaas niet goed doorstaan. In de oorlog werd het huis licht beschadigd, maar vlak na de bevrijding brak er brand uit. In 1948 is het huis afgebroken.

Er is slechts één geschikte wand in het landhuis om dit enorme schilderij te bevestigen. Om het schilderij naar binnen te krijgen moest wel een volledig venster met bovenraam worden uitgenomen. Sindsdien heet deze kamer de Slingeneyerkamer.