Wintertuin met papegaaien en tegelkachel

Een oranjerie was in de 16de eeuw de eerste vorm van beschermde, overdekte plantenteelt die in Noord-Europa ontstond en was een gevolg van de toenemende zeevaart naar verre landen. Ontdekkingsreizigers namen exotische planten mee naar huis die de koude noordelijke winters niet konden overleven zonder een verwarmde overwinteringskas. Omdat zowel de planten als de gebouwen kostbaar waren, kon enkel de elite zich zo’n oranjerie veroorloven. In de 17de en 18de eeuw werden bij ons vooral vrijstaande oranjerieën gebouwd. In de bollenstreek waren dit soms verbouwde bollenschuren waarvan men een oranjerie maakte. Ook muren werden benut waartegen glas gezet werd en waar met openvuren de temperatuur boven het vriespunt werd gehouden. Er zijn tal van verhalen bekend waarbij tuinbazen midden in de nacht moesten opstaan om te checken of de haard nog brandde en de planten niet bevroren in de oranjerie. In ons land zijn inpandige oranjerieën zeldzaam. Er zijn in Nederland slechts twee huizen met een inpandige oranjerie bekend te weten die van Huis Landfort en half inpandige op Jagtlust te ’s-Graveland.

Grote verbouwingen in 1825 en 1827
Vanwege zijn passie voor exotische planten besloot Johann Albert Luyken bij de grote verbouwingen die hij in 1825 en 1827 liet uitvoeren, ook tot het creëren van twee oranjerieën in de beide nieuw gebouwde zijvleugels van het landhuis. Echter, die aan de rechterzijde werd in 1898 opgeofferd om er een woonvertrek van te maken (nu de Slingeneyerkamer). In huis stonden dus talloze exotische planten die Johann Albert had meegebracht van zijn Europese reizen. Er was zelfs vloerverwarming die via een ingenieus heteluchtverwarmingssysteem werd benut. Nu heeft de oranjerie in het landhuis een passende andere functie gekregen, namelijk die van wintertuin. Gezien de kostbare inrichting met mooie behangsoorten en textiele gordijnen, is het niet verantwoord een inpandige oranjerie te handhaven. Een wintertuin is hier wel mogelijk. De aangename lichte plek aan de zuidzijde van het huis wordt nu benut door allerlei prachtige (grote) kamerplanten zoals de ficus, hibiscus, kamerlinde en palmen. Overigens noemen vele bezoekers deze ruimte geen wintertuin maar de papegaaienkamer vanwege de omvangrijke collectie porseleinen en aardewerken papegaaien die op consoles aan de wand zijn bevestigd. Over het ontstaan van die verzameling zullen wij u in een volgende nieuwsbrief berichten. Wat betreft onze mooie datura’s, citrusboompjes, agaves en andere exoten, die krijgen tijdens de winter een onderdak in de oranjerie van Huis Landfort, die tegen het koetshuis is aangebouwd.

Hernhutter Tegelkachel
Behalve de veelkleurige collectie papegaaien, bevat de wintertuin nog een belangrijk onderdeel, te weten een uiterst zeldzame Nederlandse tegelkachel. Deze is afkomstig uit Slot Zeist. Een tegelkachel is een zogenaamde accumulatiekachel. Daarmee wordt een kachel bedoeld die de vrijgekomen warmte eerst opslaat om deze vervolgens langzaam aan de omgeving af te geven. Door de hoge verbrandingstemperatuur en de grote warmtecapaciteit hoeft maar twee keer per dag een uur gestookt worden om 24 uur warmte te bereiken.

De zachtgebakken tegels waarmee de kachel wordt opgebouwd worden gestapeld. Dat betekent dus dat dezen niet worden gestort of geplakt. Overigens wordt soms ook leem, speksteen of chamotte benut als verwarmingsmateriaal. Het keramiek kan in vele kleuren en vormen worden gemaakt, zoals grote tegels van bijvoorbeeld één meter. De tegelkachel in de wintertuin van het landhuis werd aangekocht via Anton Wegh van Strydhagen Antiques te Nijmegen. De kachel is afkomstig uit een particuliere woning te Soestdijk waarbij het apparaat tijdens het vervoer wel ernstig te lijden had. Hierdoor werd restauratie noodzakelijk. Gelukkig kent ons land een tegelkachelrestaurator in persoon van Hilde Dekkers uit Oosterhout (nabij Nijmegen). Dankzij een bijdrage van het Bonhomme Tielensfonds, het Prins Bernhard Cultuurfonds en het fonds Martens van Sevenhoven kon de tegelkachel worden gerestaureerd. Nu vormt deze Zeisterkachel een belangrijk kunstobject in onze collectie. De kachel is hersteld en ook weer werkend gemaakt (op gas). Overigens zijn er maar weinig van dit soort verwarmingsinstallaties vervaardigd in ons land. Deze werd gemaakt door de Hernhutter E.C. Martin. Op Slot Zeist woonde vanaf de 18de eeuw een geloofsgemeenschap, die overeenkomsten vertoont met de Doopsgezinden. Men leefde er in een kloosterlijke vorm en er waren tal van Hernhutters die ondernemend waren. Een van hen produceerde deze prachtige witte kacheloven van aardewerk, vaak voorzien van een rijke ajour versiering.